Arbocatalogus Podiumkunsten

Vanaf juni 2021 tot einde van dit jaar zal door een projectteam van de stichting Arbo & Podiumkunsten worden gewerkt aan een nieuwe Arbocatalogus voor de Podiumkunsten.

Deze vernieuwing is van belang omdat in 2019 door het Ministerie van SZW de Beleidsregel 2019 voor Arbocatalogi is ingevoerd, waarbij de geldigheidsduur van een Arbocatalogus is aangepast naar maximaal 6 jaar. Aangezien de catalogi voor de Podiumkunsten al zijn opgesteld in de periode tussen 2008 en 2014 zijn ze door deze wijziging binnenkort verouderd en bestaat de kans dat de Inspectie SZW bij controle daarom zal handhaven op basis van de wettelijke bepalingen. De Arbocatalogus Podiumkunsten stelt vast hoe de podiumsector de veiligheid van het werken waarborgt bij afwijkende situaties (bijvoorbeeld bij werken op hoogte, of werken met speciale effecten).


Inleiding

Werkgevers en werknemers in de podiumsector hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor een veilige en gezonde werkomgeving. Om dit te bereiken hebben de werkgevers- en werknemersorganisaties op brancheniveau een arbocatalogus opgesteld. In de arbocatalogus staan de verschillende manieren beschreven waarop werkgevers en werknemers kunnen voldoen aan de doelvoorschriften die de overheid stelt in de arbeidsomstandighedenwetgeving. De arbocatalogus is van toepassing voor alle werkgevers en werknemers in de podiumsector (zoals omschreven onder ‘werkingsgebied’) in Nederland en bevat een verzameling van praktische oplossingen voor een aantal belangrijke arborisico’s in de branche.

Waarom een arbocatalogus?

Per 1 januari 2008 is de Arbowet gewijzigd. Een groot aantal regels is vervallen en per 1 januari 2010 geldt dat ook voor de arbobeleidsregels. De overheid geeft sectoren en bedrijven de kans om zelf (tussen werknemers en werkgevers) afspraken te maken over arbeidsomstandigheden. De tendens is dat deze afspraken in een arbocatalogus worden vastgelegd. De Arbeidsinspectie handhaaft tot 1-1-2010 vooral op basis van de beleidsregels, en zal dat uiterlijk per 2010 dus gaan doen op basis van wat sectoren hebben beschreven in hun arbocatalogus. Die afspraken moeten dan minimaal gaan over:
– onderwerpen waarover tot uiterlijk 2010 nog een beleidsregel van kracht is;
– onderwerpen, processen, werkmethoden die afwijken van wat gebruikelijk is, Sectorspecifieke processen dus.
De rode draad: “best practices”, oftewel: “Hoe lossen wij in onze sector dit probleem op?”

Welke arborisico’s? In deze arbocatalogus voor de Podiumkunsten worden de volgende onderwerpen omschreven:
– Fysieke belasting bij dans
– Fysieke belasting technici In deze catalogus is een afspraak opgenomen ter vervanging van beleidsregel 5.2-1 (Fysieke belasting bij handbediende trekkenwanden).
– Hijsen en heffen algemeen
-Vliegen van personen

Binnen de podiumsector is bij zeer veel processen sprake van fysieke belasting. Streven naar volledigheid is dan ook niet haalbaar. Er is in deze catalogus dan ook gekozen om een aantal processen te omschrijven die betrekking hebben op grote groepen werknemers en op situaties die meer dan gemiddeld fysiek belastend zijn. In een later stadium zullen ook de volgende onderwerpen in een arbocatalogus worden omschreven:
– Speciale effecten;
– Samenwerkende werkgevers;
– Psychosociale arbeidsbelasting.
– Werken op hoogte

Arbeidshygiënische strategie

Bij het wegnemen of verminderen van arbo-risico’s dient volgens de arbowet de zogenaamde arbeidshygiënische strategie te worden gevolgd. Bronaanpak is de meest gewenste oplossing; persoonlijke beschermingsmiddelen de laatste optie. Deze strategie houdt dus in dat zoveel mogelijk moet worden geprobeerd om het probleem bij de bron weg te nemen. Arbocatalogus Podiumkunsten Inleiding 3 Binnen de podiumsector is dat in een aantal gevallen niet mogelijk omdat het risico inherent is aan het artistieke proces. In een aantal gevallen zullen dus hulpmiddelen gebruikt moeten worden of organisatorische maatregelen worden gehanteerd.

De arbeidshygiënische strategie:
1. De bron van het probleem wegnemen;
2. Hulpmiddelen gebruiken;
3. Organisatorische oplossingen;
4. Persoonlijke beschermingsmiddelen.

Daar waar mogelijk wordt er in de podiumsector naar gestreefd de risico’s zoveel mogelijk bij de bron aan te pakken. In een aantal gevallen is ‘fysieke belasting’ inherent aan het artistieke proces. Bronaanpak is dan niet mogelijk. ‘Dans’ is daar een goed voorbeeld van. Bij decorbouw wordt er in veel gevallen wel naar gestreefd het probleem bij de bron aan te pakken, o.a. door zo licht mogelijke materialen te gebruiken. Organisatorische maatregelen en nieuwe technieken zijn in veel gevallen een goed alternatief. Het streven moet zijn dat geen persoonlijke beschermingsmiddelen gebruikt hoeven te worden,

Download hier de volledige catalogus (pdf) Arbocatalogus2009_Fysiek_Hijsen