Kleding en verzorging


De aftrek van kosten van kleding en verzorging is voor een deel mogelijk, maar onder voorwaarden

Hoofdregel

De kosten van kleding en persoonlijke verzorging worden beschouwd als privé-uitgaven, en zijn in beginsel niet aftrekbaar. Ook wanneer je vindt dat het voor je beroep van belang is dat je er ‘netjes uit ziet’ , is dat geen argument voor belastingaftrek. Immers, ook zonder je beroep er bij te betrekken kun je het belangrijk vinden om er ‘netjes uit te zien’.

Vergeet het maar om daarover met de belastingdienst in discussie te gaan; de wet is duidelijk en wordt gewoon uitgevoerd zoals die luidt. Er zijn desalniettemin drie uitzonderingen op de hoofdregel:

Toch aftrek van kleding en verzorging

  • Fietskleding is aftrekbaar wanneer je zelfstandig bent en voor je beroep gebruik maakt van de fiets. Daaronder valt ook woon-werkverkeer. De fietskleding moet vooral regen- en windbescherming bieden. Warmtekleding en en kleding die ook dagelijks gebruikt kan worden valt niet onder deze uitzondering.
  • Bedrijfskleding is aftrekbaar wanneer het specifieke kleding is gericht op de uitoefening van je vak. Dat is bij voorbeeld witte kleding voor een verpleegkundige; een zwart pak voor een zelfstandige predikant; overalls en werkschoenen voor wie constructiewerk doet. Soms is bedrijfskleding ook bruikbaar buiten het werk. Bij voorbeeld een windjack of een warm fleeceshirt. Dat kan alleen als bedrijfskleding worden beschouwd als het voorzien is van duidelijk zichtbare, aan de onderneming gebonden beeldmerken die samen een oppervlakte van ten minste 70 cm2 beslaan
  • De kosten van kleding en verzorging voor artiesten en presentatoren zijn aftrekbaar voor zover ze verband houden met het beroep. Ook hier geldt dat kleding die ook los van de uitoefening van het beroep gedragen kan worden niet aftrekbaar is.

Privé-gebruik

Voor artiesten en presentatoren geldt dus een wat ruimere uitleg van de wet dan voor andere beroepsuitoefenaren. Maar nog steeds geldt dat er een duidelijk verband moet zijn tussen de extra kosten en het beroep. En nog steeds geldt dat het om extra kosten gaat. Uitgaven die je ook gedaan zou kunnen hebben uit privébehoefte zullen niet in aftrek worden toegelaten.

Wanneer je kleding hebt aangeschaft die zowel beroepsmatig als privé gebruikt wordt zul je in dat geval ook een splitsing moeten aanbrengen tussen het aandeel bedrijfskosten en het privé aandeel in de uitgaven.

Voorbeelden

Voorbeelden van aftrekbare kleding zijn: een zwart kostuum voor een pianist of voor een orkestmusicus; specifieke kleding en schoenen voor dansers; leggings voor circusartiesten. De kosten van make-up en dergelijke worden meestal in hun geheel afgetrokken, na vermindering met een bedrag dat overeenkomt met gebruikelijke make-up uitgaven. Dat laatste is vaak een punt van onderhandeling.

Bewijslast

Ook al is de hoofdregel duidelijk; de uitzonderingen voor artiesten zijn toch vaak een onderwerp van bespreking en conflict tussen ons en de belastingdienst. De bewijslast ligt echter in alle gevallen bij de artiest. Dat betekent dat een redelijke en onderhandelende opstelling vaak meer succes heeft dan het eisen van aftrek voor alles wat je uitgeeft aan kleding en verzorging.