Klacht optreden Sinterklaas


Gerechtelijke uitspraak over klacht optreden Sinterklaas

Entertainmentrecht

De partijen hierna te noemen als Sinterklaas (acteur) bemiddelaar (bureau) en opdrachtgever (bedrijf).

Bij de vertolking van de rol van Sinterklaas komt aan de acteur een ruime mate van artistieke vrijheid toe. In het kader van de onderhavige inspanningsovereenkomst zijn de grenzen van die vrijheid niet overschreden. Van een toerekenbare tekortkoming is dan ook geen sprake.

In november 2006 zijn partijen overeengekomen dat Sinterklaas een vijftal optredens zou verzorgen. Over een aantal optreden zijn echter klachten binnengekomen bij de bemiddelaar, die vervolgens een gedeelte van de rekeningen onbetaald heeft gelaten. Eiser Sinterklaas vordert nakoming, Bemiddelaar beroept zich op wanprestatie. De kantonrechter kiest de zijde van eiser.

De binnengekomen klachten zijn in extenso opgenomen in het vonnis: “Vanochtend veel positieve reacties (voor de totale show) ontvangen behalve van de Sint. Niemand is hier positief over. Daarnaast had de ene hoofdpiet rare uitspraken (zoals sexy meisjes) en de andere piet gaf aan pas nieuw te zijn. Ook was de jute zak om het hoofd van een vader ook niet echt opvoedkundig. Aangezien we om professionele personen gevraagd hadden zou ik het netjes vinden als er nog iets aan de prijs van de Sint en de pieten gedaan kan worden.“

Een ander bedrijf bericht: “(…) aangezien wij zeer ontevreden waren over het optreden van Sinterklaas. Dit was zeer onprofessioneel en zeker niet pedagogisch verantwoord. Hier baalden wij sterk van aangezien bemiddelaar richting ons had aangegeven dat zij alleen met professionele acteurs werken. Enkele besproken voorbeelden waren onder andere:
–  Wij hadden met bemiddelaar en met het hotel de afspraak gemaakt om niet te strooien i.v.m. de marmeren vloer zou dit de veiligheid van de kinderen niet ten goede komen. Uiteindelijk moesten de kinderen toch van de sinterklaas leren strooien, maar wel dusdanig dat ze op een gegegeven moment aangemoedigd werden om recht tegen het (kinder)publiek in zo hard mogelijk te gooien.
–  Ook was er een meisje dat tijdens het optreden moest huilen bij Sinterklaas. Sinterklaas ondernam geen enkele adequate actie het kind te troosten
–  Daarnaast vonden wij dat de Sinterklaas erg dominant aanwezig was, hij kwam veel te streng over en was ook vrij kort af richting de kinderen.
–  Ook hebben wij ervaren dat er niet een duidelijke spanningsboog in het verhaal aanwezig was. De Sinterklaas was meer bepaalde onderdelen aan het afraffelen i.p.v. dat hij zijn gedachten richting de kinderen richtte.
–  Wat wij ook niet vinden kunnen is dat de Sinterklaas en de hulppieten de woorden sexy meisjes noemen. Dat heeft geen enkele toegevoegde waarde voor het verhaal.
–  Sowieso hadden wij eigen collega’s gevonden die ook als pieten verkleed mee hebben gedaan aan het Sinterklaasverhaal. Achter de schermen hebben we ook geen leuke momenten met de Sinterklaas beleefd. De collega’s werden duidelijk door de Sinterklaas genegeerd en toen wij de moeite deden met hem in contact te komen was daar weinig behoefte aan.
–  Het toppunt van de middag was dat er zich een situatie voordeed waarbij een vader naar voren moest komen en een jute zak over zijn hoofd kreeg, een actie die naar onze mening voor kinderen zeer ongepast is.

De kantonrechter is echter uitvoerig gemotiveerd van oordeel dat de acteurs van Sinterklaas bij de invulling van hun rollen een ruime mate van (artistieke) vrijheid toekomt. Cruciaal is dat zij zich hebben in te spannen om als redelijk bekwaam acteur een voor de kinderen die het aangaat herkenbare Sinterklaas en Zwarte Piet vertolken.

“Dit uitgangspunt brengt onder meer mee dat de rollen door verschillende acteurs op verschillende manieren kunnen worden vormgegeven zonder dat de geloofwaardigheid van Sinterklaas en Zwarte Piet in het gedrang komt. Dat de één daarbij de voorkeur geeft aan de vertolking van Bram van der Vlugt en de andere aan die van de vader van Toon Hermans doet daaraan niet af. Dat is een kwestie van smaak die hier niet ter discussie staat.

De grenzen van de vrijheid van de acteurs worden verder bepaald door de in acht te nemen goede zeden, de maatschappelijke zorgvuldigheid en de al dan niet nader omschreven contractuele verplichting van de acteurs c.q. hun opdrachtgevers om Sinterklaas en Zwarte Piet – en niet de Kerstman – neer te zetten. Deze grenzen zijn in casu niet overschreden.

Zo staat het Sinterklaas – solidair met de kinderen en wat minder met vader en moeder – soms vrij om de kinderen aan te sporen gezagsondermijnende dingen te doen die ze thuis met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid niet mogen, zoals het strooien en gooien met snoep. In dat kader past – daargelaten of de desbetreffende scène een cultureel hoogtepunt was – heel goed dat een stoute vader in de zak van Sinterklaas wordt gestopt.

Dat is uiteraard anders indien deze acties reëel gevaar opleveren of wanneer het contract van partijen dat verbiedt. In dit geval is evenwel gesteld noch gebleken dat dergelijk gevaar zich concreet heeft gemanifesteerd. Bovendien kent het contract ter zake geen verbod.

Weliswaar heeft de opdrachtgeefster van bemiddelaar betoogd dat zij – bemiddelaar – hadden afgesproken dat strooigoed achterwege moest blijven in verband met de marmeren vloer, maar gesteld noch gebleken is dat die boodschap ook aan Sinterklaas is doorgegeven. Overigens hadden de organisatoren eenvoudig kunnen ingrijpen als daartoe aanleiding had bestaan.

In het licht van eerder gememoreerde artistieke vrijheid en grenzen en het verschil van (goede) smaak kan het Sinterklaas voorts niet worden tegengeworpen dat hij – in de ogen van de volwassenen – geen spanningsboog opbouwt, snel spreekt, zwijgzaam, kortaf en zakelijk is of zich door de kennelijk nogal dominante Hoofdpiet laat overtroeven.

De uitlating sexy meisjes levert zonder nadere toelichting van bemiddelaar, welke toelichting ontbreekt, evenmin een tekortkoming op als bedoeld in artikel 6:265 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. De omstandigheid dat Sinterklaas heeft nagelaten een huilend meisje in een groep van 80 kinderen adequaat te troosten maakt dat oordeel niet anders, al was het maar omdat de door bemiddelaar gekozen bewoordingen niet duidelijk maken wat onder de gegeven omstandigheden van Sinterklaas werd verwacht. Ook de stelling dat Sinterklaas zich achter de coulissen afstandelijke gedroeg jegens de als Zwarte Piet verklede medewerkers van de opdrachtgever kan bemiddelaar niet baten.”

De kantonrechter is op grond van hetgeen hiervoor is overwogen van oordeel dat Sinterklaas jegens bemiddelaar niet tekort is geschoten in de nakoming van haar verbintenissen uit de onderhavige overeenkomst. Hij vindt steun voor dit oordeel in de omstandigheid dat de opdrachtgeefsters van bemiddelaar haar kennelijk ook niet uit hoofde van wanprestatie hebben aangesproken. Weliswaar heeft bemiddelaar gevraagd iets aan de prijs te doen, maar dat is hier gelet op het vrijblijvende karakter van het verzoek niet redengevend, te meer nu opdrachtgever heeft nagelaten aan te geven wat zij aan de prijs heeft gedaan. Opdrachtgever heeft over de prijs in het geheel niet gesoebat, zodat het ervoor moet worden gehouden dat de opdrachtgevers van bemiddelaar haar (nagenoeg) volledig hebben betaald.